Week 34,5 Het eet je langzaam op

De afgelopen week hebben we verrekte weinig van ons laten weten. Ik geloof dat er maar een blogpost is verschenen sinds de post van week 32. Bovendien ben ik weer vreselijk laat met deze weekpost. Er zijn twee redenen voor dit alles.

Ten eerste zitten we in een huis zonder internet. Zoals je vorige week hebt kunnen lezen, wonen we nu in het bos van La Ceiba. Dat voelt als midden in het regenwoud. Deels vanwege het bos overal om ons heen en de stilte van de natuur. Deels ook vanwege het feit dat er geen mobiel bereik is. Vandaag hebben we ontdekt dat we niet echt midden in het bos wonen. Bij een wandeling vanmorgen dieper het bos in, kregen we hier en daar wel bereik. Soms heel goed bereik zelfs. Met name op de toppen van de heuvels. Maar goed, het huis staat niet op zo’n top.

De tweede reden is dat we domweg nergens aantoe komen behalve het vrijwilligerswerk. De eerste weken waren we er te moe voor, maar ondertussen zijn we wat fitter geworden en komen we niet meer bekaf thuis. We hebben dus wel energie om bijvoorbeeld een blogpost te schrijven.

Maar wat gebeurt er dan? Welnu, de overgebleven energie gaat naar het Jaguar Rescue Center. De afgelopen week lukte het ons drie dagen op rij niet om op tijd naar huis te gaan.

Het begon op vrijdag als ik me goed herinner. We waren klaar met kooien schoonmaken, de dieren eten geven, de afwas, de was en de paden vegen. Kortom, klaar om naar huis te gaan. Precies op dat moment vroeg onze leidinggevende of we wilden zien hoe ze de slangen voert. Ze had al hulp van twee andere medewerkers, maar twee paar handen extra kon ze goed gebruiken. De slangen worden geloof ik eens per week gevoerd, dus die kans konden we niet voorbij laten gaan. De verzameling slangen van het JRC bestond uit drie forse ratelslangen, een enorme fer-de-lance, een handvol eyelash pit vipers van verschillend formaat en kleur, een paar koraalslangen en een kleine boa constrictor. Met uitzondering van de laatste stuk voor stuk erg giftig. Dus alles ging stap voor stap en bijzonder gecoordineerd. Niemand wil gebeten worden en een ontsnapte slang in een dierenopvang is natuurlijk niet hetzelfde als een ontsnapte eekhoorn. Voor alle slangen gevoerd waren, waren we anderhalf uur verder. Het was de moeite waard, maar onze vrije uren voor die dag waren geteld.

De volgende dag waren we weer min of meer op tijd klaar met ons werk toen Cristina opeens voorstelde om nog wat wilde amandelen en jong blad van dezelfde boom te verzamelen. Zoals je je herinnert deden we dat vaak op weg van ons vorige huis over het strand naar het JRC. Dat kan niet meer want we gaan nu met de auto en niet over het strand. En er was een tekort. Dus mijn tegenstribbelen had geen zin. Want die arme dieren zouden zonder blad en wilde amandelen zitten. De feiten dat ze normaliter helemaal geen amandelen krijgen en dat het normaliter iemand anders’ verantwoordelijkheid is om het blad te verzamelen deden er natuurlijk helemaal niet toe. De dieren gaan voor.

Een dik uur later waren we terug met de buit en bezig afscheid te nemen toen er iemand aan de deur kwam. Hij had een boa constrictor in z’n huis. Of we die misschien konden verwijderen? Jazeker. Het JRC heeft een groep mensen voor het redden van dieren en zelfs als er niks aan de hand is met een dier, dan nog wordt er hulp geboden. Dit om te voorkomen dat mensen de dieren met een machete te lijf gaan. Zelfs als iemand midden in de nacht belt, rukken de dierenredders uit. Dus ook voor deze boa om een uur of vijf ‘s middags. Maar er was maar een persoon beschikbaar. We mogen geen namen noemen van de GDPR, maar laten we haar (of hem) T. noemen.

T. vroeg ons om mee te gaan. Als het een kleine slang is, kan ze het in haar eentje. Maar de grootte wordt er niet altijd bij gezegd, en de meneer die aan de deur was, was alweer op huis aan. Het kon er dus ook een van twee meter zijn, en dan zijn er twee mensen nodig. Okay. Ik was er niet helemaal gerust op, maar de dieren gaan voor. De plicht roept. En we waren natuurlijk enorm benieuwd. We stapten in de auto en een half uurtje later was het gebeurd. De boa was misschien drie kwart meter lang, dat wil zeggen relatief klein, en kon met een haak eenvoudig van het randje in een ton getild worden. Mijn heldenrol bestond eruit het deksel van de ton te lichten. Beetje een teleurstelling, maar goed, we hebben onze eerste redding erop zitten.

Het duurde nogeens 10 minuten rijden en 10 minuten lopen, voor we in het bijna donker thuis waren. Ik wijd een beetje uit om te compenseren voor het gebrek aan blogposts deze week, maar het punt was dus dat we in plaats van half vier om half zes thuis waren. En alsnog bekaf.

Dat gaat me geen derde keer gebeuren. Dacht ik. Maar toen we de dag daarop om half vier het centrum uit wilden lopen werden we uitgenodigd om de vrijlating van twee valken bij te wonen. Hmmm, zo’n kans konden we natuurlijk niet voorbij laten gaan. Ik kan het nu gaan romantiseren. Hoe geweldig het wel niet voelt om de twee vogels uit de draagkooi (precies zo een waarmee je een hond of kat vervoert) te zien vliegen. Apetrots, en daar doen we het allemaal voor en zo, traantje wegpinken, maar dat sla ik even over. Het kwam neer op : 20 minuten lopen met een kluitje medewerkers en vrijwilligers, wat heen en weer praten, mensen die zich met cameras en telefoons opstellen, deurtje open, even wachten en floep, een valk vliegt weg een boom in, weer even wachten en floep, de andere vliegt weg een andere boom in. Deurtje dicht en twintig minuten terug lopen. Weer laat thuis. Niet zo laat als de dag ervoor, maar toch moe.

De volgende morgen zei ik tegen Cristina: schat, als ze ons vragen of we willen zien hoe ze het vuur uit de bek van de Chinese grasdraak opvangen, zeggen we gewoon ‘nee’, okay? Okay, zei Cristina. En verdraaid als het niet waar was, om half vier vroeg de dierenarts of ik de toekan vrij wilde laten. De afgelopen weken hadden het hok van een toekan schoongemaakt en het dier van eten en water voorzien. Eerst was hij wat agressief, maar later raakte hij aan ons gewend en was telkens maar wat blij met zijn eten. Die toekan dus, waar je of-je-het-wil-of-niet toch een beetje aan gehecht raakt, werd vrijgelaten. En ik mocht het doen. Kan je dan ‘nee’ zeggen? Ik niet.

De daad zelf was wederom wat minder ceremonieel geladen dan je zou denken. Dit keer gewoon in het speelveldje van het centrum. Toen alle cameras weer draaiden deed ik het deurtje open en er gebeurde niks. De toekan bleef zitten waar hij zat. Het deurtje zwaaide echter langzaam weer dicht en ik wilde om de draagkoffer heen lopen om het open te houden. Maar ik struikelde over de koffer en de schok deed de toekan plotseling wegvliegen. Goed. Dat werkt dus ook.

En dus waren we vier dagen op rij later thuis dan gedacht. Je begrijpt de titel van de post nu hopelijk. Het centrum eet ons op. Langzaam maar zeker raken we meer en meer betrokken bij het werk van het JRC. We doen ‘zomaar’ wat extra werk voor de dieren, wat duidelijk gewaardeerd wordt. Door de dieren, maar ook door de medewerkers. Extra werk voor m’n baas in Zweden noem ik overwerk en daar wil ik dan vrije tijd voor terugkrijgen (of extra loon, maar daar doen ze niet aan bij de universiteit). Hier doen we het overwerk omdat we het de moeite waard vinden voor de dieren – ookal heb ik er niet altijd evenveel zin in.
We raken ten tweede langzaam maar zeker aan de dieren gehecht, ookal moeten we ze negeren, en krijgen het gevoel dat ze aan ons gewend raken, ookal is dat niet de bedoeling. Zelfs slangen, die niet speciaal bekend staan om hun extraverte karakter, raken gewend aan hun verzorgers.
En tenslotte raken ook de medewerkers en vrijwilligers van het centrum langzamerhand aan ons gewend, en wij aan hen (met een uitzondering, grrrrrrr, waar we het niet over gaan hebben). We worden uitgenodigd om een bijzondere gebeurtenis bij te wonen of zelfs om mee te helpen.

Ik weet zeker dat dit met bijna (grrrrr) iedereen gebeurt die hier werkt. Vanwege de Corona crisis waren er bijna geen vrijwilligers en verdwenen de inkomsten van de rondleidingen. Het centrum moest stevig bezuinigen, mensen ontslaan en kon de overgebleven krachten maar een deel van hun loon betalen. De medewerkers en sommige vrijwilligers werken misschien wel 10 of 12 uur per dag en nemen genoegen met een dag weekend in de week. Het bijzondere is dat ik er niemand over heb horen klagen. Sommige medewerkers hebben geen enkele vrije dag gehad sinds de crisis uitbrak. Volgens mij niet omdat het moest, maar omdat ze het wilden. Voor de dieren.

Dus, als je een tijdje niets van ons hoort, dan weet je waar het door komt. Geen internet en geen vrije tijd. Behalve in het weekend dat voor ons op woensdag en donderdag valt. Dan heb ik eindelijk tijd en energie om de weekpost te schrijven. Op vrijdag kan ik de post dan on-line zetten. Dat wil zeggen voor ons op vrijdag middag. In Europa is dat vrijdagavond laat. Heb een fijn weekend.


3 thoughts on “Week 34,5 Het eet je langzaam op

  1. Als het op de hoogte houden van de rest van de wereld een tijdje niet zo lukt, geen man overboord. Wat jullie daar doen lijkt me een stuk belangrijker en een stuk verrijkender. Succes!

    Like

  2. Well, it seems you are having a nice-busy-time consuming experience. Good for the animals at the JRC and for nuturing your soul.
    Thanks for the translation into English!

    Like

Leave a comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.