Week 20. Zon, zee, strand … en mangrove

Afgelopen week waren we aan de overkant van de Golfo Dulce. Cristina en haar begeleider, P., moesten daar interviews met vissers doen. Het was lang onduidelijk of het door kon gaan, deels omdat de Covid-19 situatie aan de overkant wat verslechterde. Deels omdat veel hotels niet open zijn ookal mogen ze wel. Ze verwachten te weinig klanten om de administratie voor de belastingen de moeite waard te maken.

Enfin, we zaten in een geweldig apartement in Zancudo. Dat is ongeveer drie uur omrijden, maar erg de moeite waard vanwege het landschap. Er wordt in de omgeving veel rijst verbouwd, en het landschap doet hier en daar Nederlands aan: plat met enorme akkers met bosranden er omheen. (Stom genoeg heb ik geen foto gemaakt.)

Zancudo is een plaatsje van vissers en vakantiegangers. Het is een heel langgerekt dorp langs een even lang strand. De golven van de oceaan komen op het strand, maar hebben veel van hun geweld verloren, vergeleken met de westkant van Osa. Het mooie is dat je kan badderen als je een beetje oplet voor de onderstroom. En dat hebben we een paar morgens gedaan. Je mag nog steeds alleen maar het strand op tussen 5 en 8 ‘s morgens, dus om zes uur lagen we in het water. Prima wakker worden met soms dramatisch uitzicht.

Uitzicht over de Golfo Dulce en Osa, met de zon achter een regenbui

Terwijl Cristina en P. de hort op waren voor hun interviews zat ik met de laptop op de veranda, in de schaduw met uitzicht op, palmbomen, de zee en het schiereiland. Af en toe liet zich een iguana zien, een eekhoorn, wat vogels en een paar honden uit de buurt. Hééérlijk.

Apetrots op de ‘Conservation team’ t-shirts van Osa Conservation. We mogen ze helaas niet houden.

Vrijdagmorgen kregen we van een van de vissers een rondvaart op de rivier aangeboden (we hebben hem er wel voor betaald, maar daar deed hij het niet voor). Achter Zancudo ligt een bescheiden delta van de Río Sábalo en de Río Coto Colorado. Dat is een mangrove delta zoals we nog niet gezien hadden. In drie of vier uur voeren de Río Coto op en weer af en konden we ons hart ophalen aan het natuurschoon van het mangrove bos en natuurlijk de vogels.

G., de visser die ons het allemaal liet zien was volgens mij een beetje verbaasd over wat wij zo bijzonder en mooi en prachtig vonden. Daar verbaasde ik me dan weer over, maar ik weet ook dat het lang geduurd heeft voor ik wist hoe mooi de omgeving wel niet is waar ik ben opgegroeid.

Waar het mangrovebos ophield, begon akkerland afgewisseld met gewoon bos dwz, secundair regenwoud. Secundair wil zeggen, niet meer oorspronkelijk bos. Wat op zich weer niet wil zeggen dat het niet mooi is of dat het er niet vol dieren zit. Hier en daar lag een huis idyllisch aan het water of op een heuvel. Daar kunnen we dan weer van dromen.

De laatste dag moesten we voor we naar huis reden eerst nog langs Pavones, een dorp wat verder op naar het zuiden voor de laatste interviews. Ik dacht ik dat we dan eindelijk bij een uiteinde van de wereld waren aanbeland: een dorp van vissers, en beeldschone surfers en surfsters. En een paar verdwaalde, moderne hippies. In het café, zat het vol met gringos (buitenlanders) vooral uit Noord Amerika en Europa, die het net als wij, blijkbaar allemaal konden lijden om in Costa Rica te blijven ondanks de Corona.

Uizicht over de Golfo Dulce met Zancudo aan de horizon

En verdomd als er niet een lange blonde vrouw Nederlands tegen haar twee peuters begon te praten. Wat een teleurstelling. Als ik me niet net helemaal geïnstalleerd had met laptop, kabels, Matilda in haar reismand en een waanzinnig goede kop koffie, en als er niet geen andere gelegenheid was om dat allemaal naartoe te zeulen, dan had ik suubiet m’n biezen gepakt. Want als er op een plek meer dan één Nederlander is (ik), dan is dat dus niet een exotisch uiteinde van de wereld, niet de avontuurlijke ontdekking van een paradijsje, maar gewoon een touristische trekpleister. Okay, ik overdrijf een beetje want ik kan niet goed tegen teleurstellingen, maar je snapt me hopelijk wel. Ik ben niet het hele roteind naar Midden Amerika gereisd om Nederlanders tegen te komen.

Gelukkig hoefde ik niet met haar te praten. En de koffie was zoals gezegd waanzinnig goed, de ambiance idem dito. Ik heb er lekker zitten werken tot Cristina en P. klaar waren met hun interviews, en ik geloof dat ook Matilda het er naar haar zin had.


Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.