De verveling.
Ik begon me te vervelen. Het meeste vrijwilligerswerk in het Jaguar Rescue Center is eindeloze herhaling van vooral schoonmaakwerk : poep van de dieren, paden vegen, de afwas en de was. Vrijwilligers hebben alleen maar taken. Ze hebben geen verantwoordelijkheden, hoeven geen beslissingen te nemen, niets te analyseren en geen puzzles op te lossen. Met andere woorden, behalve opletten dat je je taak goed doet valt er niet veel werk voor de hersenen te doen. Combineer dat met het feit dat je niet geacht wordt met de dieren om te gaan, en de meeste lol is er voor mij na zes weken wel af. Ik heb drie maanden beloofd, dus dat ga ik doen. Ik kan het als een uitdaging zien en bedenken hoe goed dat wel niet is, maar uiteindelijk is dat cognitieve dissonantie.
Een paar dagen nadat ik dit met Cris besproken had, ging ‘alles’ op z’n kop. Een vrijwilliger in ons team (werkgroep is een beter woord) vertrok, er kwam een nieuwe bij en een andere vrijwilliger werd de laan uitgestuurd. Dit betekende dat Cristina en ik een stapje omhoog deden in de onofficiële hiërarchie.

We leerden hoe de jonge apen naar hun dagverblijf moeten worden gebracht. De aapjes zijn allemaal wezen. De meesten van hun moeders zijn geëlectrocuteerd door de hoogspanningsmasten langs de weg. Het nachtverblijf is geen donkere kooi, maar een open kooi met wat speeltuig. Ze passen er ruim in, maar het is geen natuur. Het dagverblijf is een grote kooi met wat struiken, boompjes en ander groen in een stukje bos dat deel uitmaakt van het centrum. Het lijkt dus wat meer op de natuur waar ze uiteindelijk naartoe gaan. Om ze naar het dagverblijf te brengen gaat je als volgt te werk : je dekt je hoofd, nek en schouders af met een doek, behangt jezelf met een tot vijf aapjes, houdt hun staarten vast en loopt van het nachtverblijf naar het dagverblijf. Daar aangekomen springen ze allemaal van je af en zetten hun spelen voort. Het is leuk werk omdat je even met de aapjes om kan gaan, maar na vijf minuten is het voorbij.

Een andere consequentie was voor mij dat ik na er weken niets aan gedaan te hebben, weer regelmatig in het rattenverblijf te vinden ben om de kooien schoon te maken. Jammer genoeg deel ik deze taak met de enige vrijwilliger die ik ontwijk als de pest. Ook een uitdaging. En ook meer cognitieve dissonantie.
Dus een inzicht dat dit project me heeft opgeleverd is dat zulk hands-on werk niet mijn volgende baan gaat zijn. Er is niet genoeg voor m’n hoofd te doen.
Verjaardag in Punta Mona
Cristina was jarig de afgelopen week en dat hebben we gevierd met een wandeling in het Nationale Wild Reservaat Manzanillo Gandoca. Een Nationaal Wild Reservaat (NWR) is net wat anders dan een Nationaal Park. Ik geloof dat een verschil is dat er geen mensen in een Nationaal Park kunnen wonen terwijl in een Nationaal Wild Reservaat er geen nieuwe gebouwen en nederzettingen mogen worden gebouwd. NWR Manzanillo Gandoca is een van de weinige plaatsen (als niet de enige) in Costa Rica waar zeekoeien voorkomen. Het heeft ook geweldige stranden, kleine rotseilandjes, mooie uitzichten en veel bos, zee en zoet water.
Voor bezoekers is er één lang pad dat parallel aan de kust loopt en eindigt ergens voorbij een plek die Punta Mona heet. Punta Mona bestaat uit een permacultuur boerderij. Er werken vrijwilligers, ze hebben groepsaccomodatie voor yoga cursussen en geven cursussen in permacultuur. In de omgeving staat het bekend als een hippie club en dat klopt zo ongeveer. We hadden moeten reserveren om er te kunnen lunchen. Dat lukte ons niet omdat we geen telefoonnummer konden vinden, maar er was wat voedsel over waarvan we mochten eten. Samen met de meegenomen boterhammen was het voldoende.
We kregen een rondleiding van een van de vrijwilligers en dat was super interessant. Je moet je er iets anders bij voorstellen dan de boerderijen in Europa met hun uitgestrekte velden van monocultuur. Het lijkt eerder op bos en wildernis, waar een beetje orde (met nadruk op beetje) in is aangebracht : een mozaïek van perkjes en stukjes land waar op z’n minst twee gewassen door elkaar groeien.
Extra interessant was dat ze er ook een ‘kas’ hadden waar ze gewassen en kruiden van gematigd klimaat zones probeerden te telen. In Europa hebben we kassen om een extra warme omgeving te creëren misschien met extra bewatering. Hier deden ze het omgekeerde : een dak van wit plastic om de hoeveelheid zon te beperken en de overdaad aan tropische regen buiten te houden.
De eigenaar vind het leuk om planten en zaden van over de hele wereld te verzamelen en in Punta Mona te planten. Of dat strookt met de principes van permacultuur weet ik niet helemaal zeker. Cristina en ik vroegen ons ook af wat het risico van de introductie van niet-inheemse soorten is, maar die kritiese vraag lieten we ongevraagd.

Men was er ook nogal trots op dat ze ‘totaal zelfvoorzienend’ en ‘off the grid’ waren. Daar valt wel wat op af te dingen. Ze hebben zonnecollectoren voor warm water en electriciteit en winnen hun eigen zoetwater. De toiletten zijn droge compost toiletten en de compost wordt op de boerderij gebruikt. Dat gaat allemaal vrij ver, maar dat is nog steeds niet ‘totaal’ zelfvoorzienend want die collectoren en het witte plastic van de kas moet wel ergens vandaan komen. En ‘off the grid’ was ook niet zo totaal, want de 21ste eeuwse hippies kunnen terecht niet zonder internet.
Desalniettemin was het toch indrukwekkend te zien hoe ver ze wel komen in hun zelfvoorziening. De boerderij kon volgens onze gids een groep van ongeveer 15 mensen permanent van voedsel voorzien. De meeste mensen die er rondliepen waren Europeanen of Noord Amerikanen, maar de boerderij verschaft ook werk aan de lokale bevolking van Gandoca, het dorpje aan het zuidwest uiteinde van het park. Men claimde dat de boerderij de grootste werkverschaffer in de omgeving is op de bananenplantages na. Cristina raakte bijzonder geïnteresseerd toen ze dat hoorde, want dat maakt het een mooi voorbeeld van een project waarbij de lokale bevolking wordt betrokken.
De inspectie
De afgelopen weken nam het stressnivo in het JRC langzaam toe omdat er een inspectie van het ministerie van natuur en milieu op komst was. Dus er werd langzaam maar zeker steeds meer op orde gebracht dat door het gebrek aan vrijwilligers in het afgelopen half jaar was versloft. En de laatste paar dagen voor de inspectie was het flink aanpoten. Wij ontsnapten aan de laatste dag want die viel op Cristina’s verjaardag.
De dag van de inspectie begon ondanks alle voorbereidingen met lichte paniek omdat de leiding zich realiseerde dat de inspectie wellicht ook La Ceiba zou willen zien. Dus Cristina en ik werden hals over kop terug gestuurd met een lijstje van dingen die moesten worden gedaan. Het kwam erop neer dat alles dat normaliter in orde moet zijn piekfijn in orde moest zijn. Dwz alles (keuken, toiletten en dierenverblijven) schoon, alle dieren van voedsel en water voorzien en geen vermenging van dierenvoer en menseneten in de koelkasten. En, o ja, hier en daar wat anti-Covid maatregelen, zoals zeep en alcohol gel, en desinfecterende schoenen-badjes. Het meeste was al in orde, maar de puntjes op de i kosten de meeste tijd. Met vijf mensen was het te doen.
De inspectie bestond uit maarliefst een mens of twintig. Ik vond het al indrukwekkend voor een ontwikkelingsland dat er überhaupt een inspectie van een bescheiden centrum als het JRC bestaat. Twintig mensen had ik niet verwacht. Ik verwachtte er twee. Hooguit drie. Die twintig mensen wilden kopieën van ongeveer alles dat geschreven was : handboeken, plannen van aanpak en protocollen. Ze kregen rondleidingen van de dierenarts en de leiding van het centrum. En alles werd gefotografeerd en gefilmd. En terwijl een deel van de inspecteurs werd rondgeleid, liep een een ander deel kriskras door het centrum, met klembord en al.
En inderdaad, La Ceiba werd ook geïnspecteerd. Op het allerlaatste moment werd Cristina nog op weg gestuurd om de vrijwilligers die in La Ceiba verblijven op te halen, want men had gezegd dat er maar één persoon werkte. Ze arriveerde te laat, maar blijkbaar was het geen probleem want de inspectie was door de bank genomen zeer tevreden. Met La Ceiba, maar ook met het JRC.

Dat leverde een onuitgesproken zucht van verlichting op. Niet alleen vanwege alle stress die eraan voorafging, maar ook omdat de inspecties echte gevolgen kunnen hebben. Althans, de verhalen gaan dat de inspectie een dierenopvang in Monteverde had gesloten en alle slangen uit het centrum voor de productie van anti-serum (een wereldberoemd centrum in San José) op een dag had verwijderd. Oeps.
Blog planning
Wederom heeft de werkelijkheid mijn plannen ingehaald. Vorige week kondigde ik aan dat ik de nieuwe weekverslagen op vrijdagmiddag on-line zou zetten. En deze week is meteen al een uitzondering. Ik ga dus maar proberen weer op dinsdagmiddag te posten, zoals voorheen, want dit wordt te gek. We zullen wel zien of het lukt.
De foto van de luiaards vind ik geweldig. Mooi om jullie zo gelukkig te zien.
LikeLiked by 1 person