Een bericht voor N. en anderen die niet zo goed in het engels zijn.
Het is nu bijna precies een week geleden dat het vliegtuig landde op Juan Santamaria International Airport, hier vlakbij Alajuela (spreek uit als Alaguèla).
druk, druk, druk
Ondanks alle blogs die we sindsdien geschreven hebben, vraag je je misschien af hoe het nu met ons gaat. Nou, de eerste dagen waren vooral heel vol met dingen doen: mensen bezoeken, auto kopen, visum aanvragen en een bankrekening openen. De meeste waren binnen twee dagen gedaan, dankzij Cris’ contacten en goede voorbereidingen. Het was wel leuk, maar ik was vooral heel moe. Eigenlijk moet je nadat je in een vreemd land aangekomen bent, eerst een paar dagen of zelfs een week helemaal niets doen. Dat heb je nodig om te ‘aclimatiseren’, dat wil zeggen wennen aan alles dat anders is: het weer, het land, de mensen, de taal, de huizen het verkeer, het eten, noem maar op. Maar dat niks doen wilden we graag aan het strand of ergens anders in de natuur doen. Dus zodoende. Gelukkig was het meeste binnen drie dagen gedaan en konden we daarna een beetje bijkomen.
Kan niet goed slapen
Vanwege het tijdsverschil, het is in Costa Rica zeven uur vroeger op de dag (want de zon komt daar zeven uur later op) dan in Nederland, zijn we helemaal uit ons slaapritme. Dat heet ‘jetlag’ (jetleg met een zachte ‘g’). Toen we aankwamen was het hier in Costa Rica nog maar vijf uur ‘s middags maar mijn lijf dacht dat het al twaalf uur ‘s nachts was. Dus de eerste dagen was ik om drie uur ‘s middags al moe omdat mijn lijf dacht dat het bedtijd was, en elke nacht werd ik om een of twee uur wakker omdat mijn lijf dacht dat het tijd was om op te staan. Langzamerhand went je lijf aan het nieuwe ritme, maar dat kan wel een week of twee duren. Vannacht was het voor het eerst dat ik niet wakker werd.
Behalve vanwege de jetlag, kan ik hier ook niet goed slapen omdat het hier in de stad een onmogelijke rotherrie is van auto’s, vrachtauto’s en motoren die voorbij komen. Het wordt pas rond elf uur stil en om vijf uur begint het weer. Je moet je ook bedenken dat de helft van die voertuigen veel meer geluid maken dan in Nederland, want ze zijn oud en slecht onderhouden en het raam is maar een ruit dik, want dubbel glas hebben ze niet nodig.
Tenslotte ben ik de nacht voor we vertrokken een beetje verkouden geworden. Maar het is toch warm in Costa Rica? Jawel, maar we zitten in Alajeula een beetje hoog in de bergen op een soort hoogvlakte. In de zon is het heeeeel erg warm, maar de lucht is wat koeler. Daarbij komt dat we regelmatig ergens binnen zitten waar de airco aan staat, waardoor het bijna koud aanvoelt. Dus je moet voortdurend extra kleren bij je hebben en het duurde een paar dagen voordat ik dat goed in de vingers had. Dat is dan allemaal niet handig als je van een verkoudheid probeert te herstellen. En als ik verkouden ben slaap ik ook niet goed vanwege het hoesten en een verstopte neus. Gelukkig is dat sinds vanmorgen ook voorbij.
Hoe ziet je dag eruit?
Omdat Costa Rica vlakbij de evenaar ligt, komt de zon hier rond zes uur op en gaat rond zes uur onder. Er is wel schemer, maar hooguit een half uur. En dat gaat zo ongeveer het hele jaar door, dus de dagen zijn altijd even lang. Tot nu toe worden we ergens tussen vijf en zes wakker en gaan rond acht of negen uur naar bed. We geven Matilda om zes uur ‘s ochtends en zes uur ‘s avonds de insuline tegen haar diabetes, dus dan moeten we thuis zijn. Het meeste van de dag gebeurt dus daartussen.
We douchen en ontbijten tussen zes en zeven, soms wat later, dan gaan we op stap voor wat er moet gebeuren of wat we willen doen. We lunchen ergens tussen twaalf en twee, en meestal besteden we een paar uur in een koffiehuis, café of lunchroom om aan ons blog te werken of on-line vanalles uit te zoekn. Er is wel internet in ons huis maar dat is heel erg langzaam. We kunnen wel on-line met een telefoon en een prepaid SIM card maar dat is niet super goedkoop – ook niet heel duur overigens.
En hoe is het in Alajuela?
Alajuela is niet heel bijzonder. Het is een dambord van straten – net als in veel Amerikaanse steden – met lage huizen van steen en metaal aan de buitenkant. De goten zijn heel diep en groot (goed oppasen met oversteken) omdat het hier heel hard kan regenen in de regentijd. (Het is nu het droge seizoen dus we hebben nog maar één keer een regenbui gehad). Wat ook anders is dan in Nederland is dat de electriteits- en telefoonkabels in de lucht hangen. Dat ziet er heel rommelig uit. De mensen zijn hier niet heel arm en niet heel rijk, en de meesten die we op straat zien hebben overgewicht. We zien maar een paar bedelaars en iedereen rijdt rond in gewone auto’s. Ze kleden zich een beetje anders dan in Nederland, maar meestal is het gewoon in spijkerbroek en t-shirt.
De mensen zijn ongelofelijk aardig en behulpzaam. Zelfs in de stad wordt er heel veel gegroet, ook naar ons. Als je iets wil vragen kan dat altijd. En als je dankjewel (gracias) zegt, zeggen ze ‘con gusto’ (kon goesto met zachte g) of ‘con mucho gusto’ (kon moetsjo goesto). Dat betekent ‘met plezier’ of ‘met veel plezier’. Je merkt het ook in het verkeer. Er zijn bijna geen stoplichten dus je moet goed uitkijken, maar de automobilisten kijken ook goed uit en laten wandelaars als het even kan voorgaan. Dan zwaai je even naar ze en dan zwaaien ze steevast terug.
Wat was het leukste van de week?
Het fijnste was dat Cris en ik nu eindelijk in Costa Rica zijn, nadat we er jaren over gedacht hebben. De leukste dingen die we gedaan hebben : vrienden en collega’s van Cris (en nu hopelijk ook van mij) opzoeken; naar de groente- en fruitmarkt gaan ; de dierentuin van het dierenopvangcentrum bezoeken.

Zo, dat was het voor de eerste week. We zitten nu een paar dagen te wachten to het geld waarmee we een auto kopen bij de verkoper is overgekomen en dan gaan we op weg naar het strand in het noord-oosten van Costa Rica. Als je nog vragen hebt, stuur gerust een email of schrijf het als een commentaar hieronder.