Week 28. Het tiende huis

Cachí ligt alweer vier dagen achter ons. Na de post van week 27 hebben we daar wat geblogd, meer geslapen en meer vogels gekeken vanaf de veranda. De Tayra waar ik het vorige week over had heeft zich niet meer laten zien, jammer genoeg, ook niet aan de cameraval die we hadden opgehangen. Cris haar kleine teen heeft heel veel rust gekregen en doet bijna geen pijn meer. We vonden het niet warm genoeg in Cachí maar als je liever 20 graden dan 30 gragen hebt en toch regenwoud wil bezoeken, dan zijn de bergen van Costa Rica het overwegen waard.

Zaterdag mochten we van de Corona regels het land doorrijden dus dat was de dag om verder te trekken. Op naar de Caribische kust, wat ten zuid-oosten van Limón waar het tiende huis van onze sabbatical op ons wachtte. Een goed deel van de tocht ging door de bergen waar veel koffie en suiker wordt verbouwd, afgewisseld met stukken en stukjes bos. Het is allemaal groen en af en toe is het uitzicht prachtig, maar het haalt het niet bij het regenwoud van Osa. Er is wel regenwoud in de bergen, verder naar het zuid-oosten, maar dat ligt goeddeels in een groep nationale parken en reservaten, waar we vanaf Osa in feite met een grote boog omheen moesten reizen.

Het laatste stuk van de tocht bestond vanaf Siquirres uit een grote weg (breed maar toch maar tweebaans) door een stuk laagland aan de Caribische kust met veel vrachtverkeer die we richting het zuid-oosten afreden. Deze kuststrook ten noorden van de havenstad Limón is een grote reeks bananenplantages van Dole en Chiquita (en misschien ook anderen, maar die vielen ons niet op). Als je je afvraagt hoe die banenen in je supermarkt terechtkomen, zou je hier eens kunnen gaan kijken. Het is industriële landbouw met veel laagbetaalde arbeid, sproeivliegtuigjes, gigantische cotainer overslagplaatsen en eindeloos vrachtwagenverkeer. De weg wordt momenteel vervangen of verbreed door een Chinese firma.

Ten zuid-oosten van Limón houden de plantages op en begint een touristisch gebied tot aan de grens met Panama. De strook laagland is daar veel smaller en direct erachter begint (of eindigt zo je wil) een berg- en bosgebied. Het leven is hier beduidend meer ontspannen dan het plantage gebied. Typisch genoeg wordt er bijzonder veel en bijzonder langzaam gefietst. Zelfs voor Costa Ricaanse begrippen zijn de mensen hier ‘tranquilo’. Men zegt ook dat de keuken hier met de Caribische invloeden veel beter is dan aan de westkant, maar dat hebben we nog niet kunnen proberen.

Het huis waar we inzitten is gloedniew, zit goed in elkaar en is precies groot genoeg voor twee volwassenen op vakantie. Maar het is veel te klein voor twee volwassen, een auto vol spullen en een kat die er drie maanden willen verblijven. Gelukkig is het hier warm en veel droger dan de laatste maand in Osa, dus we zitten veel buiten. Bovendien verhuizen we zaterdag naar een groter huis dat er direct naast ligt. Dat wordt nummer elf. Niet onbelangrijk, we kunnen in tien minuten naar het strand lopen. Ook niet onbelangrijk : we zitten midden tussen de bomen, dus met veel vogels.

We zitten ook vlakbij het Jaguar Rescue Center waar we aanstaande maandag gaan beginnen. Ondertussen genieten we van niets doen, het strand en de vogels. Het stikt hier van de Tucans en Lachende valken en er hangt een nest met Kiskadees aan de electriciteitspaal voor ons huis. Volgens mij zijn de jongen vandaag uitgevlogen.


Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.