Vorige week woensdag vroeg ik me af hoe ik me vandaag zou voelen. We hadden toen net anderhalve dag werken bij het Jaguar Rescue Center (JRC) achter de rug en we waren volkomen uitgeput. Hoe moet dat verder, vroeg ik mij af. Woensdag en donderdag hebben we ‘weekend’ en die twee dagen deden ons heel goed. Vrijdag gingen we weer fris als een hoentje aan de slag. En een beetje sterker dan aan het begin van de week want aan het eind van de dag voelden we ons beduidend minder moe dan maandag of dinsdag. Zaterdag hetzelfde en zondag ook. Zelfs gisteren, na vijf dagen werken, hetzelfde. Het went, dus.
Dat we het volhielden betekende overigens niet dat we nog heel veel meer konden doen. De meeste dagen gingen we direct na het eten naar bed. Dus het nieuwe dagritme: 5.45 opstaan, rekoefeningen, douchen, ontbijt, Matilda eten en insuline geven en de deur uit. 7.30 werken. 9.30 20 minuten pauze, 9.50 werken. 12.00 lunch, 12.30 werken, 16.00 naar huis, douchen, bijkomen en bijpraten, 18.00 Matilda eten en insuline geven, 18.20 eten en afwas, 19.30 naar bed. Alleen tegen het einde van de week hadden we nog wat energie over om na het eten email te checken of een blogje te schrijven.

De foto’s die je op de website van het JRC aantreft zien er fijn uit, maar zijn niet representatief voor het vrijwilligerswerk. De afgelopen week, kwam ons werk voor 90% van de tijd neer op eten bereiden en diverse vormen van stront ruimen en ander schoonmaak werk. Voor de goede orde: we doen het met veel plezier, want het dient een goed doel. Vorige week vermeldde ik al dat we aanvankelijk aan de was en de afwas werden gezet om een achterstand in te halen.
Wat ik toen niet vermeldde was dat Cristina dinsdag begon met het schoonmaken van de vogelkooien en luiaardverblijven en ik met het schoonmaken van de rattenhokken. Er zitten hele verhalen achter die zin, maar die komen later vast nog in aparte posts aan de orde. Ik heb later ook geleerd hoe de vogelkooien en luiaardverblijven worden schoongemaakt.
Aan het begin lijkt het allemaal chaotisch en waren we te druk bezig te leren hoe alles moet, waar alles is, welke mensen er zijn en welke dieren. Absorberen, absorberen, absorberen. In de loop van de week werd het werkritme en de organisatie van het centrum ook wat duidelijker. Onze baas/begeleidster is verantwoordelijk voor de parkieten, papegaaien, luiaarden (althans de min of meer volwassenen), slangen en de roofvogels. Wij werken voornamelijk aan de parkieten, papegaaien, luiaarden en ratten want die zijn het makkelijkst. Behalve Cristina en ik werken er nog twee vrijwilligers aan die dieren.

De dagen beginnen met het schoonmaken van de vogelkooien en luiaardverbijven. Rond half tien beginnen we met het uitdelen van het ‘ontbijt’ aan dezelfde dieren. Als het schoonmaken dan niet klaar is gaan we daarmee verder. Anders is het ofwel de was, de afwas of de rattenhokken schoonmaken, tot het eind van de dag. Sommige dieren krijgen later op de dag nog een keer eten of nog twee keer. Cristina heeft twee dagen les gehad in het bereiden van al het eten voor alle ±120 dieren in het centrum – elke soort heeft en sommige individuen hebben allemaal hun eigen dieet.

En tussen alle dagelijkse bezigheden door kan het zijn dat we hier of daar gevraagd worden voor een andere klus. Een keer iets aanvegen, de pelikaan uitlaten, of laarzen checken. Laarzen checken? Ja, er was een nieuw rek gemaakt om de rubber laarzen te drogen en te bewaren. De laarzen lagen in een grote plastic zak opgeslagen en moesten op lekkage gechekt worden. Dat was het enige dat nog moest gebeuren, maar bij gebrek aan vrijwilligers lag dat al weken of maanden op iemand te wachten.
De pelikaan uitlaten was de andere leuke klus. Ik ken het verhaal van deze pelikaan niet, behalve dan dat de dierenarts niet kon vaststellen waarom hij niet vliegt. Alles lijkt in orde met zijn vleugels, maar hij vliegt niet. Dus hij moet elke dag een paar uur uit zijn verblijf om de vrijheid te krijgen om zijn vleugels te gebruiken. Nu hebben Cristina en ik geleerd hoe je een pelikaan op moet pakken om hem naar het grasveld te brengen. De eerste paar dagen deed hij niet zoveel met zijn vrijheid, maar gisteren vloog hij kleine eindjes. Dat is dus goed nieuws – zolang hij niet in de vijver met de crocodil terecht komt. En als hij op een dag helemaal wegvliegt, dan is dat okay, want daar gaat het allemaal om bij het JRC : dieren weer terug in de natuur te krijgen.

Overigens, het is in Costa Rica ten strengste verboden wilde dieren als huisdier te houden. Dat geldt ook voor de dieren in het JRC. We mogen ze dus niet als zodanig behandelen : niet aaien, alleen aanraken als het strikt noodzakelijk is (zoals bij de pelikaan), en niet tegen de dieren praten. Behalve dat het niet mag, is het ook niet goed voor ze, want als ze aan mensen wennen kunnen ze niet terug in de natuur.
One thought on “Week 30. Eten bereiden en stront ruimen”