De afgelopen week was weer een week van zwaar werk. Tenzij we op de pelikaan passen, maar daarover later meer. We hebben nieuwe routines opgebouwd en ze een beetje uitgebreid. Ten eerste rapen we nu onderweg naar het JRC wilde amandelen van het strand voor de papegaaien, parkieten en de apen. En we plukken jong blad van de wilde amandelboom voor de luiaarden. Het lukt niet allemaal elke dag want we moeten er wel wat vroeger voor van huis en dat lukt nog niet altijd. Soms zijn we zo laat dat we over de weg moeten lopen.

Een andere nieuwe routine is dat we op de terugweg een stop aan het strand maken voor wat badderen in de zee als het weer en de zee daartoe uitnodigen. De zee is een stuk minder wild dan de stille oceaan, maar vaak is het toch net wat te ruw en de kans op onderstromingen te groot.
Overigens heb ik vorige week woensdag tijdens het zwemmen wat rotsen met begroeiing, vissen en een beetje koraal gevonden. Dat maakt het zwemmen voor mij een stuk leuker en interessanter. Ook gespot : een rog van onbekende soort, vermoedelijk een stingray. Helaas had ik de GoPro niet bij me.
Zaterdag of zondag werd me gevraagd om te helpen een val op te halen van La Ceiba. Er was een telefoontje binnengekomen van een kat – vermoedelijk een margay – die een paar kippen had bemachtigt van iemand uit het dorp. De val was dus nodig om de margay te vangen. La Ceiba is een stuk bos waar het JRC dieren naartoe brengt voor de volgende fase van hun vrijlating. Het JRC heeft er ook een paar huizen waar we er een van gaan huren. Ik had die huizen nog niet gezien, dus ik kon het uitstapje goed gebruiken om een kijkje te nemen: het wordt geweldig om daar te wonen. Ze staan midden in het bos, zijn van bijna alle gemakken voorzien en hebben een groot balkon en geweldig uitzicht. Er is overigens geen internet en zeer beroerd mobiel bereik. Als het allemaal inderdaad doorgaat – want je weet maar nooit – kunnen we er mooi de gemiste tijd in het onderzoeksstation van Osa Conservation mee inhalen.
Hoe het met de margay is afgelopen, weet ik nog niet, maar ik kom er hopelijk nog op terug.
Aan het begin van de post vermeldde ik de pelikaan waar ik twee weken geleden ook verslag van deed. Hij/zij gaat langzaam maar zeker vooruit. Dat wil zeggen hij of zij (hierna ofwel hij ofwel zij) vliegt steeds een beetje beter. Twee weken geleden klapte hij wat met de vleugels en hopte hij van de ene stok naar de andere. Dat was meer springen dan vliegen, maar nu vliegt ze meer dan dat ze springt. Ze vliegt nu ook van een stok naar de grond zes of zeven meter verder. Bovendien vliegt hij vanaf de grond vier of vijf meter verder, maar net boven de grond. De dierenarts van het centrum hoopt dat ze binnenkort eenvoudigweg wegvliegt, want dan kan hij het hok gebruiken voor een booby die twee vishaken had ingeslikt. ( In Nederland hebben we geen boobies. Het zijn grote zeevogels die lijken op, en vast familie zijn van, de Jan-van-Gent. )
Ik vermoed dat het nog wel een paar weken of langer gaat duren, maar ik weet zeker dat het een zwaar afscheid wordt. Meer nog dan met de papegaaien waar we vorige week afscheid van moesten nemen. Overigens, is het hok van die papegaaien nu weer in gebruik door twee ‘nieuwe’ papegaaien die voorheen in de kliniek verbleven. Het zijn er maar twee in plaats van 17, dus dat is minder poep ruimen elke dag.
Laat ik weer afsluiten met het grootste nieuws van deze week: ik realiseerde me plotseling dat dit jaar in Costa Rica mijn beste jaar ooit tot nu toe is. En ik heb heel wat beste-jaren-tot-nu-toe gehad! Toen ik het Cristina vertelde kreeg ze de tranen in de ogen. En daar werd ik weer helemaal week van.
Wow! A best year is definitely something! You do seem to be getting a lot from these months, it is fantastic. Keep on! Abrazos!
LikeLiked by 1 person
Thanks a lot, Guille!!
LikeLike
Happy to hear about the best year, Frank! I have been catching some glimpses of happiness through your and Cris’ posts and photos on the blog 🙂
LikeLike