Cristina en ik wilden de laatste week van ons verblijf graag in het warme Costa Rica doorbrengen dat we kennen van ons sabbatsjaar en niet in het relatief frisse Monteverde. En aangezien Cristina’s werk met de uitwisselingsstudenten erop zat, was er een mogelijkheid. Ons oog viel op Uvita, een dorp aan de westkust van Costa Rica met een zand- en rotsbank in de vorm van een walvisstaart. Bijkomende reden was dat we in contact waren met potentiële kopers in de buurt van Uvita. Uvita is een plaats waar veel Amerikanen neerstrijken, voor vakantie of langer. Het dorp is de laatste jaren ook beroemd geworden door het Envision festival, wat ik moeilijk ander kan omschrijven dan een reïncarnatie van de hippie festivals van een halve eeuw geleden. Het festival vond geen doorgang in 2021, anders waren we er wellicht midden in gevallen.
Nadat we de week ervoor terug waren gekomen van een weekje in Guanacaste, hadden we twee dagen de tijd om onze koffers weer in te pakken en afscheid te nemen van de uitwisselingsstudenten waar we nog één keer mee uit eten zijn gegaan. Woensdag reden we naar Uvita. Cristina had een Airbnb huis gevonden op een 200 meter hoge heuvel, met ge-wel-dig uitzicht twee kanten op : een op de zee met de walvisstaart en de andere kant op de heuvels. En zoals verwacht was het er aangenaam warm, met verkoelende zeebries. Voor foto’s zie Cristina’s post

Donderdag was een dag vol met geregel. Er bleek een garage in Uvita waar ze gespecialiseerd zijn in airco’s. Ik wist niet dat dat bestond. Het kostte de monteur een paar uur om uit te vinden waar het probleem zat. In onze auto zit de airco verscholen achter het dashboard van de bijrijder en is dus moeilijk te bereiken. Er was een plastic onderdeel stuk gegaan waardoor de afvoer het water niet meer afvoerde maar in de cabine loosde. Vervolgens kostte het nog meer tijd om de reparatie te doen en de hele airco grondig te reinigen, want daar was hij ook aan toe. Het is niet alleen stoffig op landweggetjes, maar veel insecten vinden de buizen zoals die van airco’s geweldige plekken voor hun nesten. De raparatie was overigens improvisatie want het onderdeel was niet op voorraad. De monteur was er echter vrij zeker van dat de improvisatie het lang zou uithouden.
Voor ons betekende het uren wachten in het restaurant van een busstation. Er was wifi en koffie dus ik kon er m’n weekverslag schrijven, dat vanwege al het reizen een paar dagen vertraagd was – net als nu, eigenlijk. Cristina kreeg de uren klein met onderhandelen met de kopers van de auto en het organiseren van de Covid-tests die we moeten doen voor we het vliegtuig naar Nederland in kunnen stappen. Dat was niet eenvoudig. Een test moet maximaal 72 uur voor aankomst afgenomen worden. Dat betekende op z’n vroegst op zaterdagmorgen. De meeste laboratoria zijn wel open op zaterdag maar konden de uitslag niet op maandag voor onze vlucht garanderen. Behalve één, die dat wel kon. Maar die kon weer niet de tweede, snelle test leveren. Dus nu gaan we bij twee labs langs. Klinkt simpel, maar het kost uren om dat allemaal uit te zoeken. Bonus-stress werd geleverd door de herrie van het verkeer, want het busstation lag natuurlijk langs de doorgaande weg, en bestelauto’s waarvan de chauffeurs het nodig vinden om de motor te laten lopen als ze stilstaan. Ik kan daar maar beperkt tegen. Toen we weer terug in ons nieuwe verblijf waren was het tijd voor een siësta.

Vrijdag was het tijd voor de auto inspectie en de eerste kennismaking met de kopers. Dat bleken heel aardige mensen die graag zeker van hun aankoop wilden zijn. De monteur die ze daarvoor gevraagd hadden maakte zeer grondig werk en kon inderdaad een paar kleine mankementen vinden, maar niets dat de kopers zorgen maakte. De monteur was ook erg tevreden met de reparatie van de airco. Iedereen blij. De kopers hadden een geweldig goede auto gevonden voor een zacht prijsje en voor ons kon de koop niet beter getimed worden. Sinds maandag rijden we in een huurauto, een kleiner broertje van de Suzuki Gran Vitara waar we ongemerkt aan gehecht waren geraakt. Na de inspectie ging er een zucht van verlichting door ons heen, want de verkoop was wellicht onze grootste vertrekstress. Direct gevolgd door de verrekte Covid tests.
De rest van vrijdag en zaterdag konden we eindelijk echt ontspannen en van nietsdoen genieten. Dat wil zeggen, ik had nog een Lego project om af te ronden en Cristina nog een emmer met foto’s om door te ploegen.
Doomsday Dog … met kop omhoog zittend plasje doen
We realiseerden ons dat alles dat we in de eerste anderhalve week van ons verblijf in Costa Rica op touw hadden gezet, nu weer afgewikkeled moet worden : bankrekening openen, bankrekening sluiten; auto kopen, auto verkopen; autoverzekering aanschaffen, autoverzekering afschaffen; visa aanvragen, visa ophalen; vrienden bezoeken om onze aankomst te vieren, vrienden bezoeken om afscheid te nemen; extra spullen aanschaffen, extra spullen van de hand doen (rubber laarzen, weegschaal, schep, paraplui, yogamat, een pan, tupperwares, een keukenschort en nog wat kleiner spul). Dan hadden we nog een reisverzekering die ons veel tijd kostte om uit te zoeken. Die loopt gewoon af, maar nu mogen we ons fijn druk maken over de Covid test en tien dagen quarantaine als we terug zijn in Holland. Al met al, staat de hoeveelheid gedoe me enorm tegen (en ik hoef het niet eens allemaal te organiseren). Wat dat betreft kijk ik uit naar de dag dat we in Lund aankomen – ookal kijk ik niet uit naar het weer daar. Ik geloof dat ik ook een beetje heimwee heb opgelopen.

Deze week was ook het begin van dingen ‘voor het laatst doen’. Eten bijvoorbeeld : de laatste zak cornflakes openen, de laatste pot pindakaas kopen, de ananasjam opmaken en niet meer kopen. De ketchup, de mayonaise, de yoghurt, voor al die dingen geldt nu: als we een nieuwe kopen kunnen we dat dan opeten voor we vertrekken? Zo niet dan niet kopen. Als alles goed gaat, eten we de laatste dag alleen maar boterhammen met pindakaas …
Andere dingen die we voor het laatst hebben gedaan : de laatste zonsondergang over de Stille Oceaan kijken (gisterenavond) en vanmorgen de laatste keer naar de ‘fiery billed aracari’s’ in de boom kijken. Gelukkig leven ze rondom Uvita en konden we ze nog zien de afgelopen week. Afgelopen zondag was onze laatste vogelkijktocht. Dit keer in een boot op de Río Sierpe. De gids deed erg z’n best, maar na een jaar waren er niet zoveel nieuwe meer te spotten. Het was desondanks wel een tocht waar we veel van hebben genoten. En er waren wel een paar nieuwe vogels te zien, zoals de Purple Galinulle (ik had er ook nog nooit van gehoord). En er lag een boa constrictor te slapen in een over het water hangende tak. Ik had al het hele jaar gehoopt een keer tegen een boa aan te lopen. Op de valreep.
Het klinkt dramatisch, dat ‘voor het laatst’, meer telken denken we stilletjes en hopen we van harte dat het ‘voor het laatst voor voorlopig’ betekent en niet voor altijd.
Maandag hebben we het verkoopcontract voor de auto getekend, maar de rest van de dag, dinsdag en woensdag moesten we verder gewoon werken. Dinsdag zijn we nog uit eten geweest met de kopers van niet-langer-meer onze Suzuki. Dat was bijzonder gezellig en we hopen nog een keer te kunnen zien hoe goed ze voor onze auto zullen hebben gezorgd.
